
Spreekwoorden: (1914)
Groot zijn met iemand,d.w.z. innig bevriend zijn met iemand. In het mnl. beteekende groot meermalen: aanzienlijk, eene voorname plaats bekleedende en komt ook groot met eenen, in aanzien bij iemand, invloed hebben bij iemand reeds voor. Zie het Mnl. Wdb. II, 2180; Ndl. Wdb. V, 1056 en vgl. de uitdr....
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Groot zijn met iemand,d.w.z. innig bevriend zijn met iemand. In het mnl. beteekende groot meermalen: aanzienlijk, eene voorname plaats bekleedende en komt ook groot met eenen, in aanzien bij iemand, invloed hebben bij iemand reeds voor. Zie het Mnl. Wdb. II, 2180; Ndl. Wdb. V, 1056 en vgl. de uitdr....
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.